“D’r kump meer bi’j kiek’n dan menigeen denkt”

Bielemannen, oversten, schutters en ruiters kunnen met hun fraaie uitdossing niemand ontgaan tijdens het Volksfeest. Minder opvallend zijn de blauwe stofjassen, trots gedragen door de groep mannen die er elk jaar voor zorgen dat deelnemers aan het vogelschieten een keurig geladen geweer aangereikt krijgen. We interviewen “geweer”-nestor en oud-overste Eb Schierboom uit Laag-Keppel, om een beeld te krijgen van deze groep mannen en hun werk. Want hoe onopvallend hun kledij ook is, des te belangrijk en gewaardeerd is hun rol tijdens het Volksfeest.

Het reinigen van de loop.

Het verhaal start in 1970 als de heer Althoff uit Hoog-Keppel met een aantal oude geweren kermissen af gaat. Als hij ziek wordt nemen zijn vrouw en zoon het laden van de geweren over, maar al snel worden ze opgevolgd door een nieuwe groep mannen. Tegelijkertijd zijn de geweren aan vervanging toe. De toenmalige commissie, die tot op heden nog steeds “het Gewerenfonds” heet, stond voor de keus: of in het vervolg geweren uit Vorden laten komen, of diep in de buidel tasten en in overleg met de kermisbesturen zelf geweren aanschaffen. De keus was snel gemaakt. Gerrit van den Toorn, Jo Aal, Gert Besselink, Frans van Dijk en Bernhard Rexwinkel investeren zelf, in de verwachting dat ze dat geld later wel terug zouden krijgen. Nog belangrijker was misschien het vooruitzicht van de vele gezellige momenten die de voorbereidingen en het onderhoud van de geweren met zich mee ging brengen. De eerste drie geweren werden aangeschaft bij Colenbrander aan de Tulnersweg in Halle, compleet met kruit en slaghoedjes.

Ambachtswerk

Kogels kocht men niet. Op Enghuizen werd destijds genoeg lood vervangen van de oude pachtboerderijen. Dit afgedankte lood belandde in de warme ketel, waarna de mannen er vakkundig kogels van goten. Niet alleen het gieten van de kogels is een ambacht. Tijdens kermissen werken de mannen met ‘voorladers’: op het oog ouderwetse geweren die we tegenwoordig enkel nog zien in films als ‘Pirates of the Caribbean’. Dit fraaie vertoon viel in de hele regio op en al snel werden onze gewerenmannen gevraagd tot in Lobith, Tolkamer en Aerdt toe. Snel investeerde men in twee extra geweren en moest men ineens een serieuze planning bijhouden om alle kermissen af te kunnen gaan.

Van het vloeibare lood worden kogels gegoten

Ongelukjes

Als de geweren zo vaak knallen, gaat er ook wel eens wat mis. Schierboom: “In Aerdt hadden we slecht weer: het miezerde, het kruit werd vochtig met als resultaat dat het geweer op een gegeven moment haperde. De kogel zat muurvast in de loop, maar een lokale garagehouder bood aan hem eruit te boren. Met enige argwaan werd hiermee ingestemd. Uit de richting van de garage klonk even later een luide knal, gevolgd door glasgerinkel. De garagehouder kwam lijkbleek terug. De kogel was er tijdens het boren alsnog uitgeschoten en was door het raam in een nieuwbouwwijk terecht gekomen”.
Materiële schade was er wel vaker. Lachend vertelt Schierboom over Boer Heersink aan de Hessenweg. Zijn boerderij bevond zich exact in de schietrichting van de vogel. Van kogelvangers was destijds geen sprake en de kogels suisden met gemak een kilometer ver door de lucht. Het gebeurde daardoor regelmatig dat er een dakpan sneuvelde. De mannen besloten daarom zelf maar een voorraadje van hetzelfde type pannen aan te leggen om Boer Heersink elk jaar weer tegemoet te komen. En als Heersink belde was het feest, want het brengen van de nieuwe pannen ging steevast gepaard met een stevige borrel.

Nieuwe generatie

Al geruime tijd is een nieuwe generatie mannen aangetreden tot het geweren-gilde. Arie Makkink, Tonnie Uenk, Henk van Dijk, Eb Schierboom, Jan te Slaa en Bennie Janssen zwaaien de scepter. Eb doet dat inmiddels al weer 31 jaar. Met de nieuwe lichting herhaalde de geschiedenis zich: wederom waren de geweren aan vervanging toe. De kas liet op dat moment slechts de aankoop van één exemplaar toe. Maar het toeval wil dat oud-burgemeester Haasjes van Hummelo en Keppel ook een liefhebber van de schietsport was. Op een familiefeestje kwam ze daarover met Eb aan de praat. Toen ze hoorde van de krapte in de gewerenkas fluisterde ze Eb toe: “Koop die geweren nou maar en stuur het bonnetje naar de gemeente. Ik zorg dat het goedkomt.” En aldus geschiedde. De geweren werden wederom aangeschaft bij Colenbrander en op bestelling geproduceerd in Italië. Na een onverklaarbare doch noodzakelijke reis om de wereld kwamen de geweren via de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk uiteindelijk in Drempt aan, waar ze tegenwoordig bij één van de mannen in een stevig beveiligde kluis liggen.

De geweren worden na reiniging opgeborgen in een kist en gaan in de kluis

Regels

De regels rondom de opslag en het gebruik van geweren zijn sinds de gebeurtenissen in Alphen aan de Rijn (2011) fors aangescherpt. Arie, Eb en Jan hebben een speciale licentie en één van hen staat altijd bij de ladder tijdens het schieten. Om de licentie te houden zijn ze lid van schietvereniging SSV Prinses Juliana in Velswijk. Ze mogen nog maar drie keer per jaar optreden, omdat het schieten een zogenaamde “demonstratiesport” is geworden. Al veel eerder werd de kogelvanger geïntroduceerd. Of dit een verbetering is betwijfelt Schierboom: “Juist door die kogelvanger kunnen er soms kogels afketsen en terugkomen. Mensen die binnen 13 meter van de kogelvanger staan kunnen door die loodresten geraakt worden, al is dat tot nu toe nog maar twee keer gebeurd.”.

Schieten maar!

Voor 2015 liggen in het voorjaar al weer 1.300 loden kogels te wachten, die voor een groot deel gebruikt gaan worden op de kermissen van Drempt, Hummelo en Keppel. Kogels van 30 gram per stuk, wat qua gewicht hetzelfde is als 4 euromunten. Heb dus meelij met de vogel die dat op de woensdag van de kermis in zijn romp krijgt gepompt! En als je dit jaar geschoten hebt, bedankt die beste kerels van het Gewerenfonds dan eens, want ze vormen een onmisbaar deel van ons Volksfeest!

 IMG 4301

 

Meer foto's in het fotoalbum!