Indien men over een paard beschikte, kon men zich aansluiten bij de peerdeschutterie. Dit waren veelal boeren, welke de paarden gebruikten voor het werk op de boerderij. En was men pachter van een boerderij of stuk land van de Landheer van Enghuizen dan stelde men dit als prioriteit. Beschikte men niet over een paard, dan werd men geacht zich aan te sluiten bij de Lopende Schutterie.

Enige dagen voor de kermis komen twee commissieleden een intekenlijst aanbieden en doen deze bedelarij vergezeld gaan van het verzoek de eer te mogen hebben het vaandel te slaan (Dit bij de notabelen van het dorp). Na toestemmend antwoord kunt u de avond voor de kennis geklop voor de deur horen. Er wordt een boompje geplant van ongeveer een meter hoog, versierd met aspergegroen en dahlia's. Dit is het boompje van de bielemannen. En u zult er goed aandoen daaronder een offer te leggen. De volgende morgen klinkt in de verte het bazuingeschal van de reveille blazers, welke de ruiters van de peerdeschutterie aanstalte geven hun paard te zadelen en zich aanstonds naar de dorpskern begeven. Hier speelt het dorpsmuziekkorps inmiddels vrolijke marsmuziek met daarachter de lopende schutterie. De stoet is inmiddels samengevoegd.

Wanneer men het erf opkomt, stelt de muziek zich op in een hoek. De schutters onder hoede van de Onder Commandant scharen zich erachter en de bielemannen doorzoeken het huis naar gevluchte en verschanste dienstmeisjes. Ook de ruiterij heeft zich inmiddels opgesteld.

De Commandant treedt naar voren, salueert met de sabel en spreekt de traditionele inleiding "Het vaandel zal geslagen worden voor......... (volgt de meer of minder juist aangegeven titulatie van degene voor wie het vaandel zal worden geslagen) en dezelfde familie". Plechtige stilte. De muziek zet een wals melodie in, de vaandeldragers zwenken het vaandel in groet en daarna om hals , borst, buik, benen en dezelfde weg omhoog. Geen tip van het vaandel met het wapen van de Landheer mag de grond raken.

Intussen zijn de Bielemannen opgedoken en dansen gedrieën om het boompje en wanneer het zwenkende dundoek het hoofd van de vaandeldrager weer heeft genaderd, hakken zij het boompje om, grissen de offergave, onder tromgeroffel, weg en onder het lang zal hij leven gezang, vliegt het boompje de lucht in.

Zo wordt een rondtocht gemaakt door het dorp en bij de notabelen wordt dit ritueel herhaald om hun zo eer te bewijzen. Na afloop van deze ceremonie maakt men zich op voor het ringrijden te paard. Hierbij wikkelt men zich in heftige strijd om de eer van de dag te winnen, n.l. het Koningschap. Wanneer men dit behaald had, mocht men zich een Koningin aan zijn zijde vragen. Na afloop van dit schitterende schouwspel vertrekt de gehele optocht naar het kasteel van de Landheer waar het defilé wordt afgenomen en de prijzen worden uitgereikt, welke die dag zijn gewonnen.

Dit schouwspel heeft zich van generatie tot generatie behoorlijk weten te handhaven.

Toch heeft de deelname aan de ruiterij in de loop der jaren behoorlijk moeten inboeten door de opkomende mechanisatie in de landbouw en daarmee het vertrek van het paard op de boerderij, alsmede het afnemende aantal pachters van het Landgoed Enghuizen. Om toch voldoende paarden beschikbaar te krijgen heeft de commissie maneges bereid gevonden om paarden beschikbaar te stellen om op deze manier een prachtig stukje cultuurgoed niet verloren te laten gaan, zodat ook de volgende generatie kan zeggen: "De Kermis optocht, een uniek stukje Hummelo".

De Ruiters.

Uit: programmaboekje Volksfeesten te Hummelo, 1993